RFID

RFID, wat staat voor radiofrequentie-identificatie, is een technologie voor het identificeren van objecten met behulp van elektromagnetische velden en golven. Een RFID-systeem bestaat uit ten minste één RFID-transponder en één lees-/schrijfeenheid, die geïntegreerde en/of externe antennes hebben.
Voor de overdracht van gegevens tussen de transponder en de lees-/schrijfunit of RFID-lezer worden elektromagnetische velden gebruikt. De structuur van elke RFID-transponder bestaat uit een antenne en een microchip. Een uniek, onveranderlijk serienummer, de unieke ID (UID), is altijd op de microchip opgeslagen. Afhankelijk van het type transponder en de gebruikte technologie is er op de microchip ruimte beschikbaar voor het opslaan van objectgegevens die specifiek zijn voor de gebruiker.
RFID-transponders kunnen actief zijn, wat betekent dat ze een geïntegreerde stroombron gebruiken voor gegevensoverdracht, of passief, wat betekent dat ze de energie die nodig is voor gegevensoverdracht onttrekken aan het elektromagnetische veld van de RFID-lezer. RFID-systemen gebruiken lage frequenties/LF (125 kHz), hoge frequenties/HF (13,56 MHz) of ultrahoge frequenties/UHF (865 MHz tot 928 MHz) voor gegevensoverdracht. De gebruikte frequenties verschillen wat betreft werkbereik, transmissiesnelheid en fysieke interacties in de omgeving.